“Dagenlang
was de zon niet te zien en s’nachts zagen we ook geen sterren. Het bleef maar
stormen. Ten slotte hadden we geen hoop meer dat we ooit nog gered zouden
worden. Maar dan stuurt God een engel naar Paulus. ‘Wees niet bang” Houd allemaal moed! Vertrouw op God. Alles
zal gaan zoals de engel zegt.
Het
stormde nog veertien dagen lang.
Toen
het licht werd zagen we een kust met een strand. We wisten niet waar we waren”.
Vrij
naar Handelingen 27:21-42
Met
dit onrustige verhaal in mijn hoofd schilder ik deze zomer dit schilderij. Woedend
water. Hoge golven. Onrust. Angst. Wie kent het niet en hoe actueel is het.
Beleef dat maar eens: water dat zo boven je uit dendert, over je heen valt,
zodat je omvalt, onderste boven, je omringt bent door golven en donkerheid. Dan
ervaar je geen licht of zon meer om je heen. Als dat werkelijkheid voor je is
waar haal je moed en hoop vandaan? Hopelijk zingt dan diep in je hart het lied
van Zijn belofte: Nooit laat Ik je los! Mijn zon zal er altijd zijn ook als je
hem niet ziet.
Daarover
wil ik schilderen.
Uit
het indringende verhaal kies ik het moment waarop het rustige licht voorzichtig
opnieuw kleur geeft aan het nog onrustige water. Het moment van perspectief en
toekomst zien. Het moment van een onbekende lonkende verte.
Met
goud, ultramarijn, oker, wit, azo geel en heavy glossy medium schilder ik op
een ondergrond van katoen waarin ik met draden richtingen aangegeven heb. Water
dat heftig beweegt probeer ik te vangen in kleur en vorm. Donkerte en een
omhoog rijzende golf. Een gele vlek links onder als weerspiegeling van de zon, symbool
van belofte. Een bewegende horizon.
Licht in de verte.
En
ondertussen het verhaal over de zendingsreis van Paulus in mijn hoofd. Beseffend
hoe wonderlijk Gods weg altijd weer is. Hoe vol betekenis het begrip water in
de Bijbel is.
Ondergedompeld
worden om opnieuw op te staan. Altijd weer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten